Zijn,
.
Weer een tijd verloren gegaan in stilte, die ongerept achterblijft.
Gedragen door de wind, voortvloeiend als een krabbelend water.
Voorbij gegaan als een bries, niets laten merkend van het zijn.
Achter latend een wonderlijk mooie schoonheid, van schijn.
Met verdriet doordrenkte poelen van verlaten gevoelens.
In een ondoordringbare grond van toomloze emotieĀ“s.
Gevoelens die als een moerasgas ontsnappen aan je geest.
Borrelend en opwellend als een door de tijd opgevreten lichaam.
Je geestelijk vrij makend van alles, terug kerend in de werkelijkheid.
Gewoon weer zijn in de verloren gegraande tijd.
.
Anders,