Vroege lente
De lucht zindert van lente,
de belofte in de dop
Verwarring vleugelt een vlinder,
veel te vroeg uit haar pop.
Het is immers nog winter.
Ook mijn hart jubelt een beetje,
de lucht is immers zo blauw.
In datzelfde hart weet je,
het is winter, hoe kan dat nou,
zo midden in februari.
De maatschappij draait op z'n tijd,
die schepping van de mens
maar raken we nu de winters kwijt,
niet te vormen naar onze wens.
De natuur ze gaat haar gang.
De natuur ze zoekt balans,
ze schudt eens flink haar kussens.
Ze zoekt een nieuwe kans.
Defragmentatie van haar chaos,
die ook wij hebben aangericht.
We weten zo veel nog niet,
Maar de natuur ze gaat haar gang.
Ik kijk naar haar, ik leer m'n les.
zo'n wonderbaarlijk mooi proces.
Ik hoor bij haar, m'n leven lang.