de heldere maan staat klaar
voor de monkelende nacht
een sikkel geleend zonlicht
die bij heldere hemel verrast
als eerste de toevallige toeschouwer
een gewone man zit in het park
zijn allene vrouw afwezig thuis
en zendt zijn diepste dromen uit
kleine schietgebedjes met
af en toe een fantasietje
morgen reeds aanwezig in gedachten
hij vult zijn hoofdzakken
vergeet wat vandaag te vergeten
en keert blijgezind terug bij
vrouw en kind, nog nagenietend
van zijn bezoek aan 't enig Janneke
dat iedereen wel kent