Zoals de frisse zomerregen tegen het raam tikt
En de geur van bloessem overal binnendringt
Zo lijkt het alsof haar verdriet haar omringt
En dringt de blijde geur niet binnen.
Zoals de druppels langzaam langs het raam naar benenden glijden
En de afgelegen weg achter zich laten
Zo kijkt zij naar buiten met ogen als zwarte gapende gaten
En probeert ze iedereen te vermijden.
Zo vol van leven het om haar heen is
En de geluiden buiten haar gedachten overspoelen
Zo leeg is het bij haar van binnen
Veroorzaakt door een ondraag'lijk gemis
En terwijl ze in haar slaap ligt te woelen
Ziet ze niet hoeveel anderen haar wérkelijk beminnen.