Heb jij niet langer
mijn woorden,
zijn ze vertraagd,
bewegen je liedjes zo
straks en voortaan?
Beweeg je dit
liegen
op stille orkaan,
zag je mijn lippen
niet wachten op blussen,
niet wachten op woorden,
spreken van vuur.
Ben je niet langer
mijn weg of
zo
geef je de zinnen
niet over een rand,
naar dit vreemde land?
Nee, ik zag je zinnen
in jou voortbestaan,
maar tegen die woorden
ben ik al vandaan.
Ik zeg nu gedag,
over en door,
nu eens niet tegen
de liefde, waar ik hoor.