een yzige wind bevangt mijn lichaam,
een windvlaag beroert mijn gezicht.
ik voel het aan,
mijn gedachten en herrineringen mee nemen.
dat is mijn weg,
die zet ik voort zonder ziel.
ik ben vele uren en dagen vergeten.
in mijn hoofd is angst en koud,
om mijn beroerd leven.
en weer beroert de wind mijn gezicht,
en fluistert in mijn oor.
deze herrineringen zijn te zwaar,
maar ik kan niet met je vliegen.
ik zink naar de bodem,
sluit mijn ogen,
en laat me deze nacht vallen.