Hij balanceert tussen overmoed
en onzeker geloof in eigen kunnen
de plaatsing van "ik" altijd bevraagd
in een wereld met de vinger hoog
tegen zijn geëtaleerd gedrag:
schijt hebben tegen Gezag.
En toch
respect
voor een gortdroge sarcast
die ongepast, maar lekker raak
zijn wetten stelt, en soms laat vieren.
Het lijkt welhaast dat deze snaak
zichzelf dan plots zelfreguleert
voor een vreemde zijn blik
die door bokkensprongen kijkt.
Zo kan hij leren
door te botsen
met zichzelf.
(zolang het maar niet
met moeders auto is)