In de banken dreunen ze:
het gaat om de vorm! en alleen om vorm! zoals
for(u)m, een scenario:
M.eisje, je (t)r(e)u(r)ige Braaksel ligt op E.en van de Perron(s)in Amsterdam.
En nog stééds die verrekte dreunslag.
Het gaat om jóu waar is je I-den-ti-teit gebleven?!
In het moderne leven, opgeslokt in het straatrumoer.
De blikkende ogen van mensen in unifor(u)m
verslonden door het struikgewas met monden zó groot.
En hikkende pleisterstenen die opspringen. Páng!
Het lijkt verdomme wel een circustheater!
Gelukkig heb ik een kaartje, een bank en giro en stempel,
allemaal voorzien van nummer en foto en vingerafdruk en zoenoffer.
En ik heb ook een fiets. Voor het geval dat […]
de iep en de beuk en de heester kunnen praten.
Je ontleent je wezen aan de kleuren van je omgeving?
Je lijdt aan een moderniteitscrisis?:
Bel de servicelijn!
Samenstellingen van en haakjes om en ironiserende humor,
jullie durven zomaar te spuien,
canoniserend blaastrompetteren.
Maar het gaat om óns, waar is de saamhorigheid gebleven?!
Haasje-over, trictrac, pimpampet samen tenen krullend in.
Ha! nu dacht je: bed!