Ik wou dat ik niet hoefde te vluchten,
dat ik mijn hart zou kunnen luchten.
Dat ik mijn liefde zou kunnen tonen,
en dat mijn tranen konden stromen.
Mijn liefde zou ik willen delen,
harten zou ik willen stelen.
Maar men zou mij voor gek verklaren,
maar mijn hart wil maar niet bedaren.
Toch zou ik zo graag harten willen strelen,
vriendschap met anderen willen delen.
Maar ik houd mijn liefde binnen,
want kan ik zonder te krenken vriendschap winnen?
Kan ik ooit de puurheid van mijn gevoelens tonen,
of zullen ze zich enkel uiten in mijn emotievolle dromen?
Blijven ze voor immer gevangen in mijn gedichten,
en zal nooit iemand voor haar schoonheid zwichten?