Meisje lief met een gebroken hart,
Met haar gedachten in een wereld waar niemand haar kan bereiken,
Ze kijkt in de spiegel en dan ziet ze jou,
Met een brok in haar keel en tranen in haar oogjes loopt ze naar buiten in de koude regen,
Alles om haar heen draait rond of scheurt met een enge stilte haar zo voorbij,
Ze voelt zich zelf als een geest,
Niemand die om haar geeft,
Of een keer eerlijk is,
Ze dacht dat ze jou had maar je gaf haar valse hoop,
Nu staat ze weer alleen in het donker,
Ze luistert naar de wind die hard waait, voor even lijkt ze opgetild te worden en te kunnen zweven boven de diepe afgrond,
Bij de stromend water met een lange waterval naar beneden,
Staat ze op een rots en schreeuwde dat ze altijd van je zal houden en zonder enige angst springt ze in het wild water, haar eind te gemoed.