ik zit in de wind en hoor mijn eigen gedachtes
ze ruisen door mijn haren en over mijn gezicht
ik zie jou daar zitten en zie hoe de wind ook jou haren streelt
was ik maar de wind die door jou haren glijd
was ik maar de zon die zachtjes neerstrijkt op je gezicht
ik zit in de wind en luister naar mijn gedachten
toch vallen ze in het niets als ik jou weer zie
was ik maar het water onder jou vingertoppen
was ik maar de sigaret die jou lippen kent