Zwijgen is zilver, spreken is goud.
Jouw zelf-destructieve gevoel,
werd verwoord door jouw
als versteende mond.
Ik zag jou staren in het niets.
Alsof er geen zicht meer is.
Geen licht lijkt te komen door jouw
wolkendek vol tranen.
Grijs en donker.
Onbereikbaar,
zelfs voor jouw eigen pijn.
Alsof leven en dood
al niet meer gescheiden zijn.
Toch, jouw woorden deden
tranenwolken breken, bij ons.
Brokken in kelen werden weggeslikt.
Dat bracht jij teweeg.
En misschien zag je het nog niet,
en hoorde je het jezelf zeggen.
Jouw spreken, zo triest
droeg hoop in zich.
Omdat je sprak.