Kan je niet los laten,
het voelt alsof ik stik.
Doen alsof alles wel over gaat,
is iets wat ik vertik.
Want nee ik ben niet allemaal,
en nee ik ben niet sterk.
Als ik iemand erover spreek,
is dat de verwachting die ik merk.
Mijn lichaam staat op automatisch,
mijn geest geen tijd te denken.
is te druk met vragen,
om mijn lichaam aandacht te schenken.
Tussen lichaam en geest geen verband,
denk niet meer na bij wat ik doe.
en het gemis van die connectie,
maakt me zo verdomde moe.
Maar mijn hoofd kan jou niet vergeten,
kan me niet neerleggen bij het besluit.
Wat er was kan niet over zijn,
nee ik kan er niet mee vooruit.
Ik sta met mijn gezicht naar het verleden,
en naar de toekomst met mijn rug.
En elke dag, minuut, seconde,
hoop ik wat we hadden terug.