Ik zie hem in de spiegel,
ik zie hem in het glas.
Ik zie hem in het water,
waar hij ooit niet was.
ik zie hem in mijn woorden
ik zie hem in mijn gedrag
ik zie hem in mijn doen,
zijn verraderlijk valse lach.
en veegt de hoop
voor even
zijn vuile grijns van zijn gezicht,
dan duikt hij weer op
op een slecht moment,
Wanneer hij kwaad verricht