Ik zag jou en jij lachte.
Ik zag jou graag en jij lachte met mij.
Ik zag jou graag omdat je lachte.
Jij lachte met mij omdat ik jou graag zag.
Ik miste je.
Ik miste je ogen,
je neus,
je mond,
je lichaam,
ik miste je helemaal.
Jij miste me
helemaal niet.
Nu is het over,
het is voorbij.
Jij bent over
voor mij.
Breek een ander hart.
Ik mis je nog wel,
maar eigenlijk
helemaal niet.