Roodkapje zat te wachten
in het grote donkere woud
op haar allergrootste liefde
met wie zij het liefst had getrouwd.
Maar haar vader was een jager
Doodde hem als zij samen zouden gaan
Broer konijn, Roodkapjes zwager
Zou haar zeker keihard slaan
Roodkapjes moeder met haar zeven geiten
kreeg het zeker met haar aan de stok
Ze zou het Roodkapje eeuwig verwijten
En sloot haar dan op in de staande klok
De drie biggen zouden beginnen te knorren
“Wat ben jij toch oliedom”
Alleen bij grootmoe, die alleen maar kon morren
Was zij dan nog welkom
“Ach grote wolf met je zachte haren”
“Je kijkt zo bedroefd en bent zo stil”
“Voor mij ben je de ware”
“De enige waarmee ik verder wil”
“Ik wil voor altijd bij je zijn”
“Waarom wordt deze liefde ons verweten?”
“Zonder jou doet het leven zo’n pijn”
“Kun je me niet beter opeten?”
De wolf begon haar te doorboren
bij iedere hap versteende zijn hart
Hij had Roodkapje verloren
voelde alleen nog wrok en smart
Hij begon een ieder te wreken
die hun geluk in de weg had gestaan
Sprookjes begonnen over hem te spreken
waarbij hij als Grote boze wolf door het leven zou gaan.
wolf-of-the-moon: | Maandag, juni 15, 2009 19:16 |
aah... sneu voor de wolf!! maar wel mooi geschreven!!! |
|
SoulGirl: | Zaterdag, maart 29, 2008 11:54 |
Mooi geschreven, leuk om te lezen! Liefs! |
|
Auteur: dotje2face | ||
Gecontroleerd door: Sheena | ||
Gepubliceerd op: 26 maart 2008 | ||
Thema's: |