Ik ben het lauwe bier,
zit op een tafel te wachten.
Drie vreemden willen mij verpachten,
om kwart voor drie is het voorbij.
Ik en de gouden ezelf vertrekken naar Iran.
Verstop mezelf in een verwarrend net,
de hagelstorm fluistert in mijn hals.
Boerka's dwarrelen om mij heen,
stoppen gele bloemen in mij, de fles.
Wat een gedachtenstorm in deze les.
(*Dit gedicht heb ik voorgedragen bij het poëziefestival in Dordrecht op 29-3-08 :)