Ik kijk wazig de wereld in,
alsof ik net geboren ben
ik laat alles langs me heen gaan
alsof ik de wereld nog niet ken.
Ik ben verdoofd door verdriet,
ik keer me in mezelf,
en niemand bevrijdt me
alsof niemand het ziet.
En als het wordt opgemerkt
zijn ze boos op mij.
Zodat mijn slechte humeur
alleen maar wordt versterkt.
Zo wordt de cirkel vicieuzer,
dan dat het al was
en het watrer om me heen,
blijft maar stijgen.
Dan komt het tot mijn nek
en moet ik vechten voor mijn leven
kopje onder, kopje boven
totdat ik op zal geven.
En dan... kom jij
jij zegt me - fluistert me -
dat je van me houdt
en ik heb weer iets om voor te vechten.