Battle en de grote hoop
Jij was mijn nieuwste laatste spiegelmeisje
Je kwam toen ik je nodig had en je bleef.
Je zei me strek je hand uit je zei me
dat ik praten moest.
Je zei me hopen kan nog, hopen mag nog.
En ik hoopte, haast wanhopig hoopte ik.
Je zei me dat ik de wereld ook eens
ondersteboven moest bekijken en ik
ging op-ste-kop aan het klimrek hangen.
Je zei me dat ik nu maar eens
mijn hoofd op moest heffen en rondkijken.
Jij zei me dat ik nu maar eens
weer aan de anderen moest denken.
Je zei me God wat ben jij een egoist.
Je zei precies wat ik nodig had
en je troostte me zachtjes als ik huilde.
En jij, mijn nieuwste laatste spiegelmeisje
zal nu voor altijd blijven, zal er
voor altijd zijn.