Weggevlucht uit de klas en hierheen gerend
Ben al die drukte nog steeds niet gewend
Langzaam open ik de deur en glip naar binnen
Mijn hart klopt snel, ben niet meer bij zinnen
Binnenvallend licht gefilterd door het glas-in-lood
Vlekkering en grillig, net zoals ik me voel in nood
Voor het altaar val ik op m’n knieen neer
Ik kan er niet meer tegen, wil niet nog een keer
De stilte hangt rustig en beschermend om me heen
Zij vindt het niet erg, mijn gejammer en geween
De brandende kaarsjes verlichten tevens mijn gedachten
En brengen me weer terug bij kennis en bij machte
Deze plaats kan mijn gevoelens weer bedaren
Geen enkel levend wezen zou dat kunnen klaren
Want steeds als ik niet goed pas in mijn velletje
Vind ik steun en troost, hier in mijn kapelletje