de wind stopt met ruisen
niks voetstappen in duister
geen mens verdraagt nog het licht
de vliegen vertragen
met zoemend behagen
een ster valt plots uit de lucht
niemand vertelt het
omdat niemand kan zwijgen
een zoen die klapt van gewicht
de honger is eenzaam
geen rem houdt het tegen
de storm, het recht er de rug
hoor ook de regen
de druppels ertegen
zeiknatte letters van het gedicht