Het wordt te veel, te veel om overeind te blijven staan,
Zoveel dat ik het liefst van deze wereld weg wil gaan,
Een wereld met zoveel pijn en verdriet,
Dat het me zo moeilijk maakt dat ik niet meer geniet,
Af en toe hoor ik het prachtige gezang van een vogel.
Dat me laat zien hoe misplaats ik in deze wereld ben.
Af en toe zie ik de mooie kleuren van de wereld.
Dan realiseer ik me weer hier hoor ik niet te zijn.
De diepte van de put wordt steeds dieper,
En de grote van de muur wordt steeds hoger,
Van een afstand zie ik mezelf steeds verder zakken,
Op meerdere punten en meerdere vlakken,
Mezelf zal ik nooit meer kunnen zijn.
Ik weet niet meer wie ik ben, dat doet me zoveel pijn,
Het voelt als een steek in mijn hart,
Alles wordt opeens stik donker en zwart.
Omringd door de duisternis weet ik dat er maar een oplossing is, de wereld verlaten.
Eindelijk rust, eindelijk vrede, eindelijk mijzelf zijn.