Had me al fleurig opgemaakt
Mijn haar keurig gedaan
Opeens bleef ik staan
De radio speelde
Je muziek
Ik wil
Nu
Het gedeelde
Terug
Ik heb het stil
Er vallen onnoembare tranen
Ik leid ze niet in banen
Ik denk: aan alles
Aan jou
Iedere plaat, elk ritme, elke boom, iedere auto, fiets, motor, man, bar, stad, broek, reclame, oorsuis, droom, hangplant, pen, ieder schilderij en elk boek, doen me
meer dan alleen aan je denken..
En ik ken je niet eens goed.
Maar zou je graag beter leren kennen..
Alsof ik een kuur moet doorlopen van ontwennen.
Alsof ik voor mijn liefde boet..
Maar ik mag het niet meer wensen.
Geen zin in winkelen, uitgaan, dansen, zingen, mensen..
Vrienden, bedienden, geld uitgeven, zonder je te leven,
eigenlijk.