Geen masker om achter te schuilen,
Geen kleding die mijn naakte lichaam bedekken zou.
Wanneer ik daar zat,
Was ik naakt.
Zo naakt,
Dat iedereen te weten kwam wat ik dacht.
Zo naakt,
Dat mensen mijn gedachten lezen konden.
Maar al gouw,
Nadat ik klaar was,
Ging het masker weer op,
Mijn kleding weer aan.
Verdween de naaktheid.
En waarom?
Ik kon het niet,
Ik kon mezelf niet openstellen aan de wereld.
Geen ander mocht het te weten komen,
Geen ander mocht het zien,
Het was iets van mij,
Iets dat ik niet kon vertellen,
Iets dat ik niet kon accepteren.
Ik en mijn masker,
En de kleding die mij,
Voor altijd bedekken zal.