Het kan geen kant meer op niet
naar buiten niet naar binnen niet ertussen
in dag uit. Trek aan de bel! Lul er overheen!
Grijp je vast aan de k-k-kern!
Mijn handen passen er niet eens omheen
is dat toch wat.
(lulkoek denken ze dan. Prutser. Is het nou zo erg?)
Yieha! Ja!
Red mij van de faliekaniemanie
de doordraaishow de grauwe grienende trienen
moet ik een vlag uithangen ofzow?
(niemand die het ziet schat. loop nou maar gewoon.)
Als het nou naakt rondrent
alles uit de kast trekt op een hoop en
dan gauw weer omwentelt. Wil je het?
Wil je MIJ? Wil je ons allebei?
(wij doen niet mee aan steekproeven boven de drie)
Maar het ruikt zo lekker en voelt zo
zelfs in de zomer gaat het nooit
kon je maar blijven en meekijken dan
durfde hij maar samen in de sneltrein
en zij dan met haar benen om