Ik worstel met mijn verleden,
probeer me te bevrijden
van de invloed die het op me heeft.
Het duwt me vooruit,
maar houdt me tegelijk ook tegen.
Het houdt me stevig in z'n greep,
overweldigend en verstikkend.
Tot ik het vechten moe wordt,
ik alles loslaat
en me gewoon laat vallen.
Dan hoor ik weer
die stem die,
heel hatelijk,
zegt dat het zo erg niet is;
dat ik overdrijf,
dat ik me aanstel.
"Ik weet het wel...
ik weet het wel"
En als ik dan mijn ogen open,
lijkt alles opeens minder donker.
Ik vertraag in mijn val,
tot ik zachtjes land.
"Alles is oké.
Ik ben oké."
M'n verleden is me
naar beneden gevolgd.
Het omringt me opnieuw.
Nog steeds.
Maar het lijkt nu minder beangstigend.
Ik glimlach.
Ik steek mijn armen uit,
accepteer het,
omhels het.
Het heeft me gemaakt tot wie ik nù ben.
Vrij
en
gelukkig.