Ik durf, ik durf,
Ik durf niets te durven.
Lefloos door het leven te gaan,
Ik ga nooit staan waar ‘k niet mag staan.
Elk risico vermijd ik snel,
Gefaar ik weet niet hoe je ’t schrijft.
Over iedere gedachte denk ik net zo lang
tot dat er maar eentje overblijft.
Ik ben een angsthaas,
drager van “den banghe broek”.
Veel te bang om te vinden
wat ik eigenlijk al jaren zoek.
Maar ik durf, ik durf niets te durven,
maak je om mij maar geen zorgen.
Want er is iets waar ik geen angst voor ken,
en dat, mijn lief, is morgen.