De twijnkeling
van het weerkaatste
zonlicht zag ik zodra
ik in jou ogen keek.
Het was een prachtige dag,
niets kon dat veranderen.
Jij had die stralende lach
en nam met gemak mijn hart in beslag.
In mijn gedachten verzonken
hoopte ik dat die ene dag
voor eeuwig zou zijn
dat ik voor eeuwig in jou ogen kon kijken.
Maar aan alles komt een einde
dus ook aan die perfecte dag.
Dat deed mijn hart verkleinen
net als jou prachtige glimlach.
Als de maan onder is gegaan
en de zon weer op komt
weet ik dat ik zo weer naast je zal staan
en de twinkeling
van het weerkaatste
zonlicht weer in jou ogen kan terug vinden...