Waarom hebt gij mij verlaten
Zijt ge niet meer aanwezig in mijn hart
Waarom brandt mijn vuur niet meer
Waarom verdikt mijn bloed niet meer door smart
Gij hebt het wapen der liefde
Bot gemaakt ontdaan van snede
Gij hebt door eigenzin nooit
Geluisterd naar mijn bede
Ik hoon en spot mijn opponent
Die geen woord met mij gesproken
U zo maar heeft ingelijfd
En mijn trots en liefde heeft gebroken
Zo loop ik ’s nachts door het bos
Twijgen takken als zweepslagen tegen
mijn gezicht, waarna het vocht met bloed
en tranen mijn lot doet zwaarder wegen
Gij tot wie ik steeds heb opgekeken
gevallen over een jeugdig lijf
misschien vol onbekende gebreken
zeker nog met jongensstreken
Gij hebt mijn handen gebonden
Het touw slingerde ik nog rond de boom
Zo werd ik dagen nadien gevonden
Het einde van een feeërieke jongensdroom