Het was ’s avonds laat, ik liep op straat
Ik zag je staan terwijl mijn hart sneller ging slaan
Ik zocht de juiste woorden, bracht ze naar mijn mond
Ik sprak ze uit, maar ze vielen in duizend stukken op de grond
Zo zocht ik mijn moed bijeen en jij zocht mee
Zo zochten wij samen naar de woorden, samen met zijn twee
De moed bijeengeraapt bood ik jou aan
Terwijl onze ogen reikten en de tijd bleek stil te staan
Je las mijn woorden en legde ze opzij
Jij zei “ik wil je hart” en gaf jouw hart aan mij
Ik gaf mijn hart met liefde en bood het je aan
Zo was de band geschapen, de band die niet meer weg zal gaan
Onze wegen die kruisten, zij werden één
Wij waren niet langer, niet langer meer alleen
Ik de jouwe en jij mijn zingeving, de gene die ik bemin
De duisternis verdreven, zo liepen wij het zonlicht in