Jij.
Zo dichtbij.
Maar zo ver weg.
Was je maar even hier.
Kon ik maar even met je praten.
Ik wou dat ik het kon oplossen.
Ik wou dat het anders was gegaan.
Het is moeilijk zo alleen.
Zo zonder jou.
Zo anders dan altijd.
Niemand weet hoe dit zal lopen.
Of hoe het is gegaan.
Je bent nu even weg.
Maar je bent toch altijd bij me.
In mijn hart en in mijn hoofd.
Je zal niet verdwijnen.
Jij bent stiekem voor altijd de mijne.