de weg loopt andermaal verloren
en waar je bij het water
de nachtegaal denkt te horen
staat verborgen de bosrietzanger
met gestolen liedjes
te klooien
ook de natuur is onecht
vol imitatie en verraad
en één in de groep
-het is een wandeling in de moeren-
begint als een koekoek te roepen
en jawel in geen tijd
zie je hem over het water vliegen
met ondiepe vleugelslag
als een opgefokte speelgoedvogel
en woedend
je besluit je even uit de groep
te laten zakken want je moet zo nodig
maar dan hoor je van achter de wilgenbomen
een vrouwenstem sissen
die vent staat daar nu te pissen
goed dat er tussen de talloze muggen
ook een tijgerblauwtje vliegt
en je laat de groep voor wat hij is
straks kan je tegen je vienden weer liegen
over wat je allemaal zag
en hoe mooi het was