Ochtendnevel belemmerde mijn zicht,
Wolken vormden zich tot woeste golven in een zee van zwart,
En toch kon ik de fonkeling in je ogen zien.
Lavendelgeuren maakte me ademloos,
Omgeven door een tapijt van regendruppels
En toch kon ik de zoete geur van liefde ruiken.
Vogels zongen hun mooiste liederen,
Water kronkelde langs mijn schoenen,
En toch kon ik jou horen zeggen : ik hou ook van jou.