Gisteren stond je achter mij
Zo ineens, beetje onverwacht
Zo nonchalant, en stralend
Vriendschap is allang voorbij
Is er ook nooit echt geweest
Maar toch, heb er wel aan gedacht
Gevoel echter bijzonder falend
Weer achter mijn masker geschoven
En onherroepelijk doorgesjeesd
Handelingen door angsten geboven
De vriendschap toch gevreesd
Ik begrijp je dan ook slecht
Weet niet waar je echt voor vecht
Behalve voor de passie in muziek
De Liefde, de Hoop, en de Mystiek
Eigenlijk zijn we behoorlijk gelijk
Beiden zijn we hierin rijk
Ik weet het wel, jij was mijn rots
Met al je kracht, je woord, en trots
Ik maak mezelf dan heel erg klein
Bang om geen zuivere reflectie te zijn
Gelukkig zal je dit nooit weten
Dat zou nog erger aan me vreten
Dus geef je gewoon een Appelsap
Voordat ik weer naar buiten stap
Een doorn in het oog van mijn vriend
Die vindt dat jij mij niet verdiend
Heb zelfs geprobeerd je wat te haten
Je had het allemaal in de gaten
En hebt me gewoon met rust gelaten
Dat, in mijn ogen, is vriendschap
Waarvoor ik je bij deze dankbaar ben
Omdat ik daardoor mijzelf herken