Eens was jij m'n liefste.
Ik hield zoveel van jou,
dat ik soms zelfs 't gevoel had,
dat ik 'overlopen' zou.
Weet je lieve snuffie,
voor dat gevoel van toen,
zou ik alle pijn vergeten
en 't zo weer over doen.
Kun je je nog herinneren,
op dat bankje, in de wind.
Hoe gelukkig we samen waren.
We voelden ons zó bemind.
Soms komt dat wel eens boven
en voel een doffe pijn,
omdat ik zo goed weet
dat ik niet van jou kan zijn.
Je hebt me iets gegeven toen,
iets kostbaarders dan goud.
Iets wat ik nooit meer zal vergeten,
al word ik nog zo oud.
Niemand neemt dat van mij af,
met wie ik ooit ook trouw.
Dat is van MIJ, MIJN eigendom,
MIJN herinnering, aan jou.