Ik hunker, droom, verlang, snak
wanneer kom je nu eindelijk ?
mijn lief, mijn allerliefste lief...
Woorden, woordeloos...
woestenij van dorre eenzaamheid
waarom, o boze lot ?
waarom plaag je me zo ?
Moedeloze straten,
zwart chagrijn
waar blijf je toch zo lang ?
Zwarte raven, donkere luchten,
mijn hart, een dof kasteel
de prins woont er niet meer...
Ik weet toch dat je van me houdt,
en dat houdt me overeind,
maar de last is zwaar om dragen,
het kruis een loden last...
Kom, mijn lief, mijn allerzoetste zoetelief,
mijn droom, mijn ster...
Kom vlug, een seconde lijkt een uur,
zo lang al zonder zoete kus...