Het is heel gevaarlijk spul,
je voelt je er lekker door, zeggen ze,
maar da's gelul.
Het is ongelofelijk slecht,
je gaat eraan kapot
en dat meen ik echt.
Lieve jongen, waarom nou jij?
Je was mijn zoon,
je hoorde bij mij.
Op de duur kan je niet meer terug,
het is heftig spul
en de afbouw gaat vlug.
Heel, heel erg vaak denk ik aan die tijd,
we probeerden je nog te redden,
maar dat was een harde strijd.
Wanneer ik vrienden van je zie op straat,
dan denk ik alleen
'Je weet maar nooit, 't is zo te laat...'