Mijn eerste gedachte was dat het niet waar was
Dit kan niet jou overkomen, dit kan niet ons overkomen
En toch is het jou overkomen
Toch is het ons overkomen
Mijn tweede gedachte was dat je doodgaat
en ik schaam mij zo dat ik dat denk
maar ik kan het niet helpen om dat de denken
Mijn derde gedachte was dat ik je zal zien aftakelen
Je lichaam die zal aftakelen, jij die zal aftakelen
Ik heb het al eens eerder gezien en ik wil het niet nog eens zien
Mijn vierde gedachte was dat ik nog niet mag opgeven
Je bent mijn oma, je bent sterk, je bent bijzonder
Je moet gewoon vechten en ik zal je steunen
Mijn vijfde gedachte was dat ik moet sterk zijn
Ik moet sterk zijn voor jou, mijn ouders
Ik moet jou steunen in jou gevecht
Deze gedachten zijn in strijd met elkaar
omdat ik je wil opgeven maar ik wil je nog bij mij hebben