Stap voor stap,
een duister gat,
waar ik in moet,
omdat het me goed doet.
Ik durf het niet aan,
om hiermee door te gaan,
om er alleen voor te staan.
Waarom weiger ik hulp,
waarom stop ik mezelf in mijn schulp,
ik weet dat jullie er voor mij zijn,
maar met jullie praten doet me pijn.
De enige met wie ik wil praten,
heeft het nu niet in de gaten,
ik kan hem nu niet lastig vallen,
ik wil zijn mooie vakantie niet vergallen.
Dus ben ik toch alleen,
en moet ik hierdoor heen,
ik moet mijn tranen zien te bedwingen,
ik mag het verleden niet langer verdringen.
Ik durf niet verder, het maakt me stuk,
maar ik moet want ik heb recht op geluk.