De ochtend zoekt zijn weg
door mijn slaapkamer raam.
die ik vast gister avond
perongeluk open heb laten staan.
soms laat ik de morgen nog wel even binnen.
dan is hij welkom en een ware gast.
maar vanochtend verstop ik mij onder de dekes
en is de ochtend mij alleen maar tot last.
ik zeg niets en kijk
hoe hij zijn weg vind langs de rood geverfte muur.
stiekem vind ik het heerlijk
om te denken aan de morgen terwijl ik naar hem gluur.
morgen was gister gewoon maar een dag
maar vandaag een kwaal
die mij overvalt
als iets heel vreemds in zijn eigen taal.