Stil luisterend
duizenden druppeltjes tegen t raam
Gevangen als een vlinder
in jou cocon
luister ik naar de druppeltjes
zacht fluisterend je naam
Elke druppeltje verteld
dat ik leef in een slechte droom
Dat ik blijf hangen
vastzittend aan jou
als een rijpe appel
aan een lelijke dode boom
Druppeltjes van verdriet
die tranen huilen door pijn
Die tijdens hun korte reis
schreeuwen om hun vrijheid
schreeuwend hoe stom
dat ze nog steeds bij jou willen zijn
Dromende druppeltjes
die mijn gedachtes inhalen
Denkend aan hoe t was
wij twee samen
hoe dom kan ik zijn
om steeds die druppeltjes alles te laten bepalen