Uit 'Herboren' (doorlopend gedicht)
Nederigheid
Hersteld, opgenomen,
gekoesterd als nooit tevoren om
op de krachten te komen die nooit
eerder werden ervaren. Wijs, van
jou niet te laten horen. Het moment
van geboorte is geweest. Nu moet
het nieuw leven gaan groeien. Na
de naweeën. En als de nieuwe
kracht is opgedaan komt de
herboren mens opnieuw in de
wereld. Boodschappend in de
wereld van gene zijde, van het
leven dat de aardse dood overstijgt.
Gedaan met doden. Het heeft geen
zin meer, men wéét van het leven.
Het heeft geen enkele zin meer
elkaar een pee te stoven en te
liegen dat we zwart zien. Het
is voorbij, de waarheid heeft
niet verloren. Het licht zal in de
wereld blijven wonen. Het zal gaan
komen! Eindelijk, zullen we zien waar
we lopen, zonder ergens en overal
tegenaan te stoten. Licht, de
wereld wordt terug licht. Het
kind zal volwassen worden,
kinderachtigheid zal verdwijnen.
Het kind zal de troon bestijgen.
Het volwassen kind: de
onbevangenheid. De naïvigheid
voor de wereld, die onder het
heerschappij van het ik is
gebleven. Voorbij de pijn ligt
de overwinning. Wie de pijn
vermijdt zal nooit de overwinning
smaken. Moet men overwinnen?
Ja, de pijn brengt je naar het
moment dat het ik kan sterven.
Voor de pijn kàn het ik niet
sterven, dan denkt het glorieus
te zijn. Enkel pijn leert
wat nederigheid is.