Zijn haren wapperen in de wind,
zijn oren doen pijn van de kou.
Hij kijkt naast zich, ziet een kind
dat zegt : "papa ik hou van jou"
Hij bukt zich, neemt het in zijn armen,
bedroefde oogjes kijken hem aan.
Hij probeert zijn kind te verwarmen,
vraagt zich af waarheen te gaan.
Terug naar huis, het warme nest?
Of stoppen bij de volgende café?
Is oost west nog steeds thuis best?
Of valt dat niet meer zo mee?
Het kind staat te rillen, het hoest,
maar de drang naar bier heeft de man verblindt.
Alcohol heeft zijn leven verwoest,
en waarschijnlijk nu ook dat van zijn kind.
Een maand later, bij het kleine graf,
staat hij gebroken, totaal verscheurd.
Waarom kon hij niet stoppen, was hij zo laf,
dan was dit vreselijke ook nooit gebeurd.
Geen druppel heeft hij ooit nog aangeraakt,
want zijn les heeft hij nu wel gehad.
De drank heeft hem gebroken en gekraakt,
en ontnomen wat hij het meest aanbad.
Tsarre