Linke Nelis (11)
Ook de waardin kwam er nu snel bij, nu Nelis gloorde
Ontsteld over al het kabaal dat zij zoeven nog hoorde
Met een zware deegrol in haar hand
Voorkwam zij nu verdere trammelant
Den deegrol was nadien niet meer bruikbaar
Want zij mepte er alles mee in elkaar
*
In haar vroegere leven had zij aan wrestling gedaan
Daarom kon de waardin nu wel haar mannetje staan
't Was duidelijk dat de waard niet veel had in te brengen
't Was alleen eigenlijk zij die zich overal in zou mengen
De waardin bekeek Nelis en besloot als de sodemieter
Dat hij zels wel een pint mocht bestellen van een liter
*
In Nelis zag zij juist iemand die problemen kon verhelpen
Dat was omdat enige zaken hier haar zouden overstelpen
Dit woudherberg-establishment kende wel problemen
Waarvoor zij nog steeds geen oplossing kon claimen
Het grootste probleem voor haar nu was een opstand
recent uitgebroken in al het vaatwerk door een rare klant
*
Die klant van gisteren noemde zich de Glaezen Rinkelaer
Bij het betreden van hun herberg vond zij hem al raar
Tsja, als haar man, de waard, die er nu uitgetrapt had
Dan had zij nu minder problemen, en die was zij zat
Ze nam Nelis nog eens op, en zei toen tegen hem
"Let maar niet op mijn man, die is soms wat te adrem"
*
Hierop durfde Nelis nu wel aan een tafeltje te gaan zitten
Hij bestelde toen bruine bonen en meloen met veel pitten
Ook een flinke pint met woudbier kon er nog wel bij
Het bleek goed koud bier, en dat maakte hem blij
Toen hij ermee klaar was kwam de waardin hem vragen
"Ik vermoed dat u, waar anderen falen, wél zult slagen"
*
"Wat is er ?", vroeg Nelis, weer door den maaltijd sterk
"Wel", zei de waardin: "'k Heb iets met al mijn vaatwerk
Ze willen voor het gross niet meer dien voor hun doel
Een of andere Glaezen Rinkelaer gaf hen dat gevoel
Die vreemde gast kwam hier gisteren binnen
Hij wilde ook niet gewoon betalen, maar pinnen"
*
Nelis hoorde haar verhaal eens aan, en zeer aandachtig
Toen ze klaar was stond hij op zo heel erg krachtig
Doortastend riep hij: "Breng me naar uw bestekladen
Ik onderdruk die opstand wel, hoe, laat zich wel raden
Angstig wees de waardin hem de weg naar haar keuken
Daar hoorde Nelis al gerammel en iets op alles beuken
*
Nelis gaf een trap tegen de keukendeur, die vloog open
Daar zag hij opstandig vaatwerk in wel hele grote hopen
Vorken, messen, borden, serviesgoed, enz. viel hem aan
't Was beter dat hij die keuken niet in zou gaan
Maar achter hem zag hij een bange waard en zijn vrouw
"Tsja", dacht hij: "die laat je niet staan in de kou ?"
*
"Maar", zo meende hij toen: "het is beter om te praten
En dan wel met alle vaat uit alle hoeken en gaten
Wat is hier aan de hand !", beulde hij toen heel serieus
Het vaatwerk stokte even daarop, jawel: 't is heus
Een grote lepel die klaarblijkelijk de aanvoerster was
Was klaarblijkelijk met Nelis' aanpak niet zo in haar sas
*
Samen met een houten pollepel sloeg zij hem op z'n kop
En toen sloeg alle vaatwerk al muitend er bij hem op
Duizende messen, vorken, enzovoorts belaagden Nelis
Die dacht toen: "Is het wel zo, dat mij niets te veel is ?"
De waard en zijn vrouw hadden al de benen genomen
En geen vertrouwen dat dit nog goed zou kunnen komen
*
Een hakmes wilde Nelis toen de finale slag toebrengen
En een gloeiende hete gaspit wilde hem al verzengen
Toen hoorde het Vaatwerk & Cö een eigenaardig gerinkel
De aanval stokte, in de deur stond een Glaezen Rinkel
De Grote Glaezen Rinkelaer die al het vaatwerk kent
Redde nog net op tijd onze grote held en sprookjesvent
*
Volgende keer deel (12)