Tkind zit bang en klein in haar kast
raar maar waar verwacht ze een gast
Tis geen deugd dat die gast verricht
der is geen vreugd werd het kind verplicht
Een jaar of elf
getuigen de littekens op haar arm
De pijn die zij kan beheersen , zijzelf
die macht over pijn maakt haar warm
Zodat ze zichzelf bijna levend kan wanen
de pretlichtjes in haar ogen zijn verdrongen
Gedoofd door de zoute tranen
Haar laatste adem van haat en angst vullen haar longen
Voetstappen op de gang
maken haar bang
Het geluid stopt
een schaduw aan de deur
Tkind neemt een schaar
maakt een kras
Nu is ze klaar
het druppende bloed vormt een donkere plas
Een litteken dat nooit zal genezen
en lijkt zo tevreden
Dat ze nooit meer bang zal wezen .