ze hebben me gevangen in hun negatieve spiraal.
denken dat ze alles zijn als hulpverleners.
maar slapen bij mijn gevoeligste verhaal.
ze typen wat ze wel hebben gehoord.
maar ik weet zeker in hun kantoortje.
heb ik al de diagnose gestoord.
ik moet mezelf in hun waarde laten.
maar hun hebben als betaalde werknemers.
wel heel makkelijk praten.
kijk eens hoe goed ik ben.
ze zeike over eten.
maar vinde het wel goed als ik 1,5 uur ren.
ik snap ze niet die rare mensen.
ik luister naar wat ze zeggen.
maar wat hebben ze nog meer te wensen.
ik ben niet meer zoals ik me gedroeg.
maar hun zijn nooit tevreden.
in hun ogen ben ik nooit pefect genoeg
- ik weet het niet meer-