Alles wat ik hebben wou,
ben ik misschien in een klap kwijt?
Waarom moet dit me nu gebeuren,
ik heb zo intens veel spijt.
Want door mijn angst heb ik verzwegen,
verzwegen tegen hem, iets belangrijks in mijn leven.
Waardoor ik ben geworden wat of wie ik ben.
Daardoor is hij zo geschrokken, dat hij me niet kan geven wat ik wou.
Het is mijn eigen schuld, moest het eerde zeggen.
Maar mijn angst was sterker dan mijn geweten.
Ik ben zo stom geweest, had ik maar geweten,
hoe het moest, dan was ik nu veel beter uit.
Misschien is het het beste en is zijn gesprek met mijn moeder niet slecht.
Maar de angst voor wat gaat komen is zeker wel terecht.
Maar het beetje leven wat ik had, de liefde die ik kreeg,
maakte me zo sterk dat ik zin in mijn leven kreeg.
Maar de angst uit mijn verleden die niet weg te krijgen is,
heeft me tot problemen gebracht en gezorgt voor waar ik bang voor was.
Het beetje wat hij me kon geven, heb ik zelf weggeduwd.
Ik heb het verspilt, door hem niet te vertellen wat ik wel had gewild, maar niet durfde.