Dat ene plekje in dat gebouw,
daar lag een rood tapijt
en speelden lichtjes op de muur,
ik zat er een hele tijd.
Hij vond me daar, nadenkend,
ik verbergde mijn vreugde toen ik hem zag.
Hij nam mijn hand, trok me recht
en schonk me een lieve lach.
Samen wiegden we, zijn arm rond mij,
op een maat zomaar gegeven.
Op dat tapijt van dansende lichtjes,
ging ik in zijn armen zweven.
Het was de laatste keer dat ik hem zag.
Daar heeft hij me van m'n hart beroofd,
dansend op muziek die niet speelde
maar nog dagen nazinderde in mijn hoofd