Dromen drijven langs de kust
Zijn zich van geen kwaad bewust
Wachten daar in alle rust
Tot ze worden toegesust
De maan straalt over de horizon
Fluistert zo zachtjes als hij kon
‘Het was net zo, toen ik verzon,
Hoe het allemaal begon.’
Golven kabbelen in stilte voort
Zodat niets de rust verstoord
En de dromen hadden gehoord
Hoe of de maan hen had verwoord
De avond maakt het water stil
Er is bijna geen verschil
Tussen warmte, kou en kil
Maar dromen zijn voor wie wil
Een zeilbootje zeilt over de zee
En neemt de dromen met zich mee