De kerkklokken hoor ik luiden,
Terwijl ik voor de poort zit,
De maan die naar beneden schijnt..
Op het kleine fontijntje voor mij..
Hij straalt het gelukkiste af wat ik nog nooit heb gezien,
Het neerkletteren van de kleine waterdruppels, die glinsteren
voordat ze het einde raken..
Samengevoegd in de hele bak..
Die eenzame weg die ze alleen af moesten leggen,
Eenmaal toegevoegd en..
Het word steeds van ze afgepakt,
Weer die weg.. Al denken ze het te hebben gehad,
Vragend waar ze zullen belanden,
weer bij allemaal anderen..
De kerkklokken zijn gestopt,
De maan is bedekt door de duistere wolken..
Geen licht meer om mij heen,
Ik weet.. Ik ben voorgoed alleen..